Levenscycluskosten
Op 15 januari 2014 zijn door het Europees Parlement de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen aangenomen. Daarin is o.a. bepaald dat bij aanbestedingen het gunningscriterium ‘laagste prijs’ wordt vervangen door Life Cycle Costing (LCC).
LCC is een berekeningsmethodiek die verwant is aan Total Cost of Ownership (TCO); het maakt financiële afwegingen gedurende de levenscyclus van het product mogelijk en vergelijkt investeringskosten en beheers- en onderhoudskosten met elkaar. Een aanbestedende dienst (onderwijsinstelling) moet bij aanbestedingsprocedures dus verder kijken dan alleen de aanschafkosten, en dient bij het opstellen van de gunningscriteria rekening te houden met de levenscycluskosten van het product dat de inschrijver (ondernemer) aanbiedt. Voorbeelden van zaken die invloed hebben op de hoogte van de LCC zijn energieverbruik, levensduur en onderhoud, maar ook de restwaarde.
Toepassing LCC
Er zijn verschillende studies geweest over de toepassing van LCC. Voor aanbestedende diensten vergt dit een extra verantwoordelijkheid: zij moeten een goede methodiek gaan hanteren om een zo adequaat mogelijk beeld van de werkelijke levenscycluskosten te vergaren. Dit betreft tevens een uitdaging voor de inschrijvers. Een studie van Price Waterhouse Coopers[1] wijst uit dat er in 2007 slechts in 13% van de top 7 EU-landen gebruik werd gemaakt van LCC. In een later onderzoek[2] werd aangetoond dat 64% van de aanbestedende diensten enkel de inkoopkosten gebruiken bij een beoordeling.
[1] PricewaterhouseCoopers, Significant and Ecofys (2009), Collection of statistical information on Green Public Procurement in the EU
[2] Centre for European Policy Studies (CEPS) and College of Europe (CE) (2012), The uptake of green public procurement in the EU-27