Rechtsbescherming
Voor de administratieve voortgang en de rechtszekerheid van aanbestedingsprocedures is het voor aanbestedende diensten, zoals onderwijsinstellingen, van belang zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden aan de inschrijvers over de voorgenomen gunningsbeslissing. Om de voortgang te bespoedigen kunt u in het aanbestedingsdocument en in de afwijzingsbrieven opnemen dat inschrijvers binnen de Alcatel-termijn een kort geding procedure aanhangig kunnen maken tegen de gunningsbeslissing.
Aanbestedingswet 2012
Ter bescherming van de rechten van partijen die aan een aanbesteding deelnemen zijn Europese rechtsbeschermingsrichtlijnen opgesteld; deze rechtsbeschermingsrichtlijnen zijn geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012. Doel van de regelgeving is het waarborgen van toegang tot de rechter voor benadeelde partijen. In de Aanbestedingswet 2012 is zowel de rechtsbescherming voor als na het afsluiten van de overeenkomst geregeld.
Alcateltermijn
Een inschrijver die ontevreden is kan dus een juridische procedure starten. Voorwaarde voor ontvankelijkheid van een vordering bij de rechter is dat deze partij direct belanghebbende is. Als binnen de Standstill termijn, een termijn van 20 dagen na de gunningsbeslissing, niet wordt overgegaan tot het aanspannen van een kort geding mag de aanbestedende dienst overgaan tot het sluiten van de overeenkomst. Dit betekent niet dat na verloop van deze termijn de beslissing niet meer aanvechtbaar is voor de rechter. Er is geen sprake van een vervaltermijn, tenzij in het bestek en de afwijzingsbrief expliciet wordt aangegeven dat inschrijvers binnen deze termijn een procedure aanhangig moeten maken over de gunningsbeslissing. Daarna kan de gunningsbeslissing alleen nog worden aangevochten onder omstandigheden op grond waarvan een beroep op het fatale karakter van de Stand still termijn redelijkerwijs onaanvaardbaar zou zijn. Nadat de Alcatel-termijn ongebruikt is verstreken is de definitieve gunning een feit.
Kort geding
De meeste juridische procedures voor de rechter spelen in kort geding. De beslissing van een rechter in kort geding is voorlopig van aard (voorlopige voorziening). Een afgewezen partij kan binnen de standstill termijn van 20 dagen een kort geding bij de voorzieningenrechter instellen. Als de verliezende inschrijver binnen die termijn een kortgedingprocedure aanspant wordt de opschortende termijn verlengd tot de uitspraak van de voorzieningenrechter. Het is verstandig om bij een kort geding de termijn van gestanddoening te verlengen. Binnen de gestanddoeningstermijn garandeert een inschrijver de voorwaarden, waaronder hij bereid en in staat is de opdracht uit te voeren. In de periode van gestanddoening is het voor de inschrijvende partijen niet mogelijk om hun aanbod in te trekken. Verlengen van de termijn van gestanddoening doet u door aan de voorlopige winnaar van de aanbesteding schriftelijk mede te delen dat u de termijn van gestanddoening verlengt met de termijn zoals bepaald in het aanbestedingsdocument. Verlenging van de termijn kan daarom alleen als deze mogelijkheid in het aanbestedingsdocument is voorzien. Het instellen van een hoger beroep tegen de kort geding uitspraak leidt in beginsel niet tot een verdere opschorting van de termijn, tenzij de kortgedingrechter zelf schorsende werking geeft aan zijn uitspraak. Dit betekent dat in het geval een vordering van een verliezende inschrijver in kort geding wordt afgewezen, u een overeenkomst met de winnende inschrijver kunt aangaan. De rechter heeft verschillende sanctiemogelijkheden. Dit zijn onder andere een:
- Bevel tot staken aanbestedingsprocedure;
- Bevel tot aanbesteding;
- Verbod uitvoering te geven aan de overeenkomst.
In kort geding is het niet mogelijk om een overeenkomst te vernietigen. Deze maatregel kan alleen in een bodemprocedure worden genomen. Wel kan de voorzieningenrechter hierop vooruitlopend een voorschot tot schadevergoeding toekennen.
Rechtsverwerking
Bij onduidelijkheden en onjuistheden in het bestek/beschrijvend document kunnen inschrijvers u om een toelichting vragen. Als een inschrijver niet tijdig klaagt over onvolkomenheden in de procedure, heeft deze zijn rechten in beginsel verwerkt. Dit vloeit voort uit het Grössmann-arrest van het Hof van Justitie. Daarin is vastgesteld dat inschrijvers die onregelmatigheden in de aanbestedingsprocedure vermoeden of zelfs constateren, daarover bij de aanbestedende dienst zo snel mogelijk moeten klagen. Wachten met het uiten van bezwaren kan ertoe leiden dat men zijn rechten verspeelt. De Europese rechtsbeschermingsrichtlijnen kennen minimumharmonisatie. Dit betekent dat als het nationale recht een betere rechtsbescherming biedt aan inschrijvers dan het Europese recht, het nationale recht geldt. Naar nationaal recht is voor het aannemen van rechtsverwerking een enkel tijdsverloop of stilzitten (niet-klagen) van de inschrijver niet voldoende. Er moet een bijzondere omstandigheid zijn op basis waarvan u als aanbestedende dienst er gerechtvaardigd op mag vertrouwen dat inschrijvers hun aanspraken niet meer geldend zullen maken. Daarom is het verstandig om in ieder bestek op te nemen dat een inschrijver zijn rechten verwerkt als hij niet tijdig klaagt.